Update revisie stoomloc 52 532

52-Update-30

Revisie 52 532 november 2020 t/m januari 2021

Tekst: Roderick Toxopeus en Roxanne Lenzen

In december was het vijf jaar geleden dat de 52 532 onze werkplaats kwam binnenrollen.
Houden we jullie echt alweer vijf jaar via deze blog op de hoogte van het wel en wee van de revisie…?

Time flies when you’re having fun!

En we vinden het natuurlijk super dat jullie onze werkzaamheden nog steeds met veel interesse volgen!

We kunnen wel stellen dat we inmiddels over de helft van dit enorme project zijn ????, maar er zullen zeker nog wat blogs volgen voordat de eerste rook uit de schoorsteen komt.

Helaas kunnen we vanwege de coronamaatregelen nog steeds geen bezoek ontvangen, daarom weer een uitgebreid verslag met de nodige foto’s zodat jullie er toch een beetje bij kunnen zijn.

Werkzaamheden aan de locomotief

Ketelvoeding

Aangezien water straks best belangrijk is voor het functioneren van onze 52 532, is de afgelopen maanden hard gewerkt aan de onderdelen en de inrichtingen voor de ketelvoeding.

De twee injecteurs zijn onder handen genomen door EWK (Eisenbahn Werkstätten Krefeld). Begin november kwamen ze helemaal gereviseerd en zo goed als nieuw weer terug naar Simpelveld.

Het was even passen, meten en vloeken maar inmiddels zijn ze allebei netjes gemonteerd op hun plek in de cabine.

De twee injecteurs, net terug uit Krefeld. Foto; Roxanne Lenzen
Zo goed als nieuw…Foto: Roxanne Lenzen
De injecteurs worden gemonteerd. Foto: Roxanne Lenzen
Na veel geduw en getrek zitten de injecteurs op hun plek in de cabine. Foto: Dennis Schiffelers

Vervolgens zijn de ketelklepkasten op hun nieuwe (of eigenlijk: oude) locatie geplaatst. Bij de Rekonstruktion zijn deze bovenop de ketel geplaatst. Wij hebben ze nu weer op de oorspronkelijke ‘Altbau’ plek teruggeplaatst, aan de linkerzijde van de ketel.

De ketelklepkasten zitten weer op hun oorspronkelijke plek. Foto: Roxanne Lenzen

Hierna volgde weer een mooie uitdaging: het aanbrengen van de persleidingen die van de injecteurs naar de ketelklepkasten lopen. Deze leidingen volgen namelijk precies de contouren van de ketel en het was best een klus om ze mooi glooiend te krijgen.

Voor het bepalen van de vorm en positie van de persleidingen hebben we dankbaar gebruik gemaakt van de vele (honderden!) ‘walk around’ foto’s van Altbau BR 52 machines die beschikbaar zijn op internet.
Voor wie (nog) niet bekend is met dit fenomeen: ‘walk around’ foto’s zijn eigenlijk precies wat de naam doet vermoeden. Het zijn foto’s van mensen die zich de moeite hebben genomen om met hun fotocamera rond een locomotief te lopen om alles tot in het kleinste detail vast te leggen. Deze foto’s worden veelal dankbaar gebruikt door schaalmodelbouwers.

En zo dus ook door de 1:1 modelbouwers van de ZLSM ????

Eerst hebben we proefleidingen gemaakt van stukken oud materiaal. Deze hebben we gebruikt om te passen, te meten en bij te schaven. Toen we helemaal tevreden waren, hebben we de nieuwe persleidingen op maat gemaakt en de onderdelen aan elkaar gelast.

Daarna hebben we de nieuwe leidingen op hun plaats gehangen om de punten te markeren waar de montagebeugels komen te zitten. De posities van deze punten zijn vervolgens verwerkt in de tekeningen voor de nieuwe ketelbeplating.

De proefleidingen van stukken oud materiaal. Foto: Roxanne Lenzen
De proefleidingen aan de zijde van het machinistenhuis. Foto: Roxanne Lenzen
De nieuwe stukken van de persleiding worden netjes op maat gezaagd. Foto: Roxanne Lenzen
Vervolgens wordt telkens gepast en gemeten. Foto: Roxanne Lenzen
Zodra alle stukken goed op maat zijn, worden ze aan elkaar gelast. Foto: Roxanne Lenzen
De nieuwe persleiding hangt op zijn plek. Wie goed kijkt, ziet ook de montagebeugels. Foto: Dennis Schiffelers

In de werkplaats in Meiningen werden de schetsplaten aan de buitenkant op de ketelbeplating gelast. Wij hebben gekozen voor een (in onze ogen) nettere oplossing: op de plaatsen waar de montagebeugels gemonteerd worden, komt de schetsplaat met draadgaten aan de binnenzijde van de beplating, zodat je hem van de buitenkant niet ziet. De montagebeugels worden vervolgens met bouten op de ketelbeplating bevestigd.

Verlichting

Omdat de lichtmachine, die eerst op de rookkast zat, nu bovenop de ketel voor het machinistenhuis komt, hebben we nieuwe leidingen voor de verlichting moeten maken.

De elektra wordt aangelegd in de nieuwe leidingen. Foto: Roxanne Lenzen

Er is ook hard gewerkt aan alle elektrische aansluitingen en inmiddels zijn de twee onderste frontseinen en de drijfwerkverlichting aangesloten. Natuurlijk werd dit uitvoerig getest en we kunnen bevestigen dat ze ook branden:

Check, dubbel check. Jawel hoor, de frontseinen branden! Foto: Roxanne Lenzen
Ook de drijfwerkverlichting brandt. Foto: Roxanne Lenzen
Je zou er bijna al mee wegrijden…Foto: Roxanne Lenzen

Daarnaast is ook nog de schakelkast voor de verlichting aangepakt. We hadden maar liefst drie schakelkasten, maar aan alle drie de exemplaren scheelde wel iets. Gelukkig is het gelukt om door het uitwisselen van draaischakelaars één van de schakelkasten weer in orde te krijgen.

Reviseren en monteren

Naast de injecteurs zijn er nog meer onderdelen die we gereviseerd en wel weer hebben kunnen monteren. Zo zijn het ganghendel en de ganghendelstang aangepakt. Daarvoor hebben we het geheel eerst helemaal gedemonteerd en hebben we alle belangrijke delen opgemeten.

Lekker alle vettigheid van het ganghendel afkrabben. Foto: Dennis Schiffelers
Het ganghendel wordt opnieuw in de verf gezet. Foto: Roxanne Lenzen

Van het ganghendel waren de leisloffen van de loopmoer afkeur, deze zijn dan ook vernieuwd. Van de ganghendelstang hebben we diverse bussen vervangen. Inmiddels staat en hangt alles weer op zijn plek.

De ganghendelstang op de freesbank. Foto: Roxanne Lenzen
Uitkotteren ganghendelstang voor de nieuwe bus. Foto: Roxanne Lenzen
De nieuwe bussen. Foto: Roxanne Lenzen
De gemonteerde ganghendelstang. Foto: Dennis Schiffelers
De schaalverdeling op het ganghendel. Foto: Roxanne Lenzen

Ook de schaarbogen zijn weer gemonteerd, deze zijn door EWK gereviseerd en ingemeten.

De gemonteerde schaarbogen. Foto: Roxanne Lenzen

Tot slot zijn in het machinistenhuis ook de remkranen en het bijbehorende leidingwerk weer teruggeplaatst.

Het ganghendel en de remkraan in het machinistenhuis. Foto: Dennis Schiffelers

Hoofdpijndossier ‘vijf op een rij’

Bij een Altbau BR52 zat oorspronkelijk binnenin het machinistenhuis een afsluiterblok met vijf afsluiters naast elkaar op een rij (in het Duits heet dit een Fünfreienventil). Vanuit dit afsluiterblok lopen de stoomleidingen naar de twee injecteurs, de blazer, de lichtmachine en de stoomverwarming.

Later is dit blok verplaatst en zat het aan de buitenzijde voor het machinistenhuis.

Bij de Reko-machines is dit grote blok vervangen door twee blokken: één met drie afsluiters en één met twee afsluiters. Dit was dus ook het geval bij onze 52 532: het ene blok zat tegen het machinistenhuis aan, het andere blok zat ter hoogte van de tweede zanddom. De stangen en het leidingwerk liepen dus zichtbaar over de ketel naar de cabine toe.

Aan het begin van ons revisie-avontuur waren we voornemens om deze twee afsluiterblokken weer te vervangen door het oorspronkelijke Fünfreienventil en dat in of voor het machinistenhuis te plaatsen, zodat er geen leidingen en stangen meer over de ketel zouden lopen.

In het algemeen heerste de opvatting dat je in Polen nog gemakkelijk aan dergelijke afsluiterblokken kon komen.

Laten we een moment nemen om deze zoektocht kort samen te vatten in de (inmiddels welbekende) uiting van onvrede van onze chef werkplaats: GRR!

Want uiteindelijk bleek het natuurlijk allemaal weer niet zo simpel. We hebben een goede acht pogingen gewaagd om aan een vijfvoudig afsluiterblok te komen, maar helaas allemaal zonder resultaat. Uit Polen kregen we niets, we mochten niks van sokkellocomotieven afhalen, zelfs het Fünfreienventil op een statisch kunstobject moest blijven zitten waar het zat. We hebben clubs met Altbau BR52 machines benaderd, maar ook zij deden niets van de hand.

De enige slag om de arm die we nog hadden op een gegeven moment was de eigenaar van Dampflok-Museum Hermeskeil. Het idee was om het Fünfreienventil van één van de locs van Hermeskeil om te ruilen voor een houten model. Het hoefde voor daar immers niet meer werkend te zijn. We hadden hier alleen nog geen definitief ‘ja’ of ‘nee’ op te horen gekregen.

Voor het geval dat ook dat feestje niet zou doorgaan, had onze chef nog een plan B: het construeren van een apart afsluiterblok waarmee het tweevoudig en drievoudig afsluiterblok gekoppeld konden worden. Op die manier houd je de twee Reko-afsluiterblokken, maar kun je wel, net als bij een Fünfreienventil, met één hoofdafsluiter de stoomtoevoer naar alle vijf de leidingen tegelijk stop zetten.

De vraag was alleen hoe dit dan in de praktijk in Altbau-stijl in of voor het machinistenhuis gemonteerd zou moeten worden.

Half november hield onze chef een verplichte teken-sabbatical: door een coronageval in zijn directe omgeving moest hij noodgedwongen tien dagen thuis in quarantaine. Gelukkig had hij zelf geen klachten dus kon hij die tijd mooi benutten om achterstallig tekenwerk in te halen. Zo ook voor het Fünfreienventil.

Maar waar moest hij mee beginnen? Het omzetten van een tekening naar AutoCAD voor het houten model voor Hermeskeil? Of het op tekening zetten van het ‘Plan B’ afsluiterblok? Beide maken was geen optie: dat zou te veel tijd in beslag nemen. Het Fünfreienventil begon langzaam een hoofdpijndossier te worden…

Toen herinnerde de chef zich dat we, toen de 52 532 net in Simpelveld was, de twee Reko-afsluiterblokken bij wijze van experiment al eens voor het machinistenhuis gemonteerd hadden. Hij bekeek de foto’s van deze opstelling en zag dat het idee was geweest om het tweevoudig afsluiterblok binnenin het machinistenhuis te plaatsen en het drievoudig blok aan de buitenzijde net boven het raamkapje te monteren.

Op deze manier zouden we niet meer afhankelijk zijn van een Fünfreienventil uit Hermeskeil. Bovendien waren we al een beetje huiverig geworden, want stel je voor dat je het Fünfreienventil in de toekomst nog eens zou moeten vervangen…Dan zou je met hetzelfde, of zelfs met een groter probleem zitten.

‘Plan B’ leek dus de verstandigste keuze. Nu nog kijken of de opstelling ook in de praktijk mogelijk was. Toen de chef weer terug was in de werkplaats, hebben we de proef op de som genomen en bleken de aflsluiterblokken mooi te passen. En het mooie is, dat de afsluiters binnen netjes met zijn vijven op een rij zitten.

Zo hebben die tien dagen verplichte quarantaine uiteindelijk nog tot iets moois geleid ????

Voor het maken van al het benodigde leidingwerk naar de afsluiters hebben we de afsluiterblokken en de lichtmachine gemonteerd. En omdat we toch bezig waren, hebben we meteen ook de zanddom weer op de ketel geplaatst, zodat we de plaats kunnen bepalen waar de opstapjes naar de zanddom straks moeten komen.

Daar komt de lichtmachine…Foto: Roxanne Lenzen
De leidingen voor de afsluiterblokken worden aan elkaar gelast. Foto: Roxanne Lenzen
De afsluiterblokken op hun nieuwe plek. Foto: Roxanne Lenzen
De afsluiterblokken zitten netjes naast elkaar. Foto: Roxanne Lenzen

Werkzaamheden aan de ketel

Ook aan de ketel hebben de nodige werkzaamheden plaatsgevonden. Zo is de binnenstoompijp weer gemonteerd zodat de conische aansluitflenzen gelast konden worden. Daarnaast is ook het kapje, dat het voedingswater dat via de ketelkleppen binnenkomt naar beneden geleid, opnieuw gemaakt en in de ketel gelast.

De binnenstoompijp zit weer in de ketel. Foto: Roxanne Lenzen
Close-up van het laswerk aan de binnenstoompijp. Foto: Roxanne Lenzen
De openingen waardoor het water in de ketel stroomt. Foto: Roxanne Lenzen
Het nieuwe kapje voor de geleiding van het ketelwater. Foto: Roxanne Lenzen
Het kapje aan de binnenkant van de ketel. Foto: Roxanne Lenzen

Verder zijn beide pijpenplaten op scheuren onderzocht. Gelukkig zijn er geen scheuren gevonden.

Vervolgens zijn we begonnen met het opzuiveren van de gaten in de pijpenplaten.

Opzuiveren houdt in dat we de gaten waar de vlampijpen en vlambuizen inkomen weer rond slijpen volgens de norm. Dit is een ontzettend lastige en tijdrovende klus.

Het opzuiveren gebeurt met behulp van speciale paskalibers die oplopen in diameter. Met de kalibers wordt de rondheid van het gat gecontroleerd. Daar waar het kaliber het gat raakt, wordt dit aangetekend en wordt het gat groter geslepen totdat het kaliber in het gat past en de rondheid van het gat binnen de tolerantie-marges valt.

De voorpijpenplaat met aantekeningen voor het opzuiveren. Foto: Roxanne Lenzen

Tijdens de eerste ronde van het opzuiveren is voor alle gaten de uiterst toelaatbare ‘onrondheid’ (de afwijking van een perfect ronde cirkel) aangehouden, zodat er altijd nog verder geslepen kan worden. Je kunt immers alleen materiaal wegslijpen om de gaten ronder te maken, je kunt de gaten niet meer kleiner maken.

De gaten in de achterpijpenplaat worden opgezuiverd. Foto: Roderick Toxopeus

Na de eerste ronde zijn alle gaten en alle lengtes van de pijpen opgemeten. Helaas zaten er in de gaten nog ontoelaatbare afwijkingen en moesten ze opnieuw opgezuiverd worden.

Pas als alle gaten opgezuiverd zijn, kan de bestelling van de vlampijpen en buizen in gang gezet worden.

Werkzaamheden aan de tender

Revisie voorste draaistel

Ook hier is weer vooruitgang geboekt – de nieuwe bronzen scheensponningplaten zijn nu allemaal gefreesd en weer in de aspotten gemonteerd. Ook zijn de remtriangels weer gemonteerd.

De bronzen scheenplaten zitten stevig op hun plek. Foto: Roxanne Lenzen

Daarna volgde een inspectie van alle verbinding stangen van het remwerk. Deze inspectie leverde weer het nodige werk op: het bleek dat een flink aantal bussen moest worden vervangen. En als extra vermaak mochten ook van bijna al deze bussen de gaten in de stangen nog uitgekotterd worden…

Maar die frustraties liggen inmiddels gelukkig achter ons: het remwerk is alweer volledig gemonteerd.

We zijn nu vol goede moed (en onder luid gerammel van naaldhamers) begonnen aan de revisie van het achterste draaistel.

Vol goede moed wordt het tweede draaistel gerammeld. Foto: Roxanne Lenzen

16 reacties

  • Rudolf Schlöpker

    Hallo zusammen, beachtet, daß ihr die Feuerlöschstutzen unterhalb der Speiseventile vergessenhabt! Diese sind wichtig zum Wasser füllen des Kessel, sowie zum Absperren eines Krsselspeiseventil, wenn dieses mal hängt und nicht ordentlich schließt.
    Sehr gut Arbeit und spannend zum lesen!
    Schöne Grüße, Rudi Rudi.

    • Roxanne (Miljoenenlijn)

      Hallo Rudi, bedankt voor je bericht en scherp opgemerkt.
      Het klopt inderdaad dat er geen aansluitingen voor een brandslang onder de ketelklepkasten zitten. Maar geen zorgen – we zijn ze zeker niet vergeten, ze zitten bewust niet op die plaats.
      We hebben er namelijk voor gekozen om de ketel op een andere manier te vullen, namelijk via de morspijp van één van de injecteurs. Om de persleidingen leeg te kunnen laten, zitten er aftapkranen op beide injecteurs.

  • frank

    Hoi allemaal,

    Jullie hebben weer top werk geleverd tot nu toe. Ik zie dat de locomotief steeds meer de originele vorm krijgt.
    Ik hoop dat ik snel weer naar jullie kan komen want ik mis jullie heel erg, vooral de evenementen.
    Ik wens jullie veel sterkte toe met het overige werk aan de lok 52532 en ook veel gezondheid toe, pas goed op jullie zelf en samen komen we door de corona SHIT.

    Groetjes en hopelijk tot snel: Frank

    • Roxanne (Miljoenenlijn)

      Bedankt Frank, wij hopen ook dat we snel weer bezoekers mogen ontvangen. Het is erg stil in Simpelveld…(als je het lawaai van de naaldhamers niet meetelt 😉 ) Hopelijk tot snel!

      • frank

        Hoi Roxanne, de ZLSM is mijn tweede thuis geworden. Het is vakantie gevoel qua gebied, maar toch weer thuis komen.
        Een aantal vrijwilligers kent mij van aanzien (als vaste bezoeker) en een paar kennen mij al bij voornaam.

        Met vriendelijke groetjes: Frank

  • Roderick Toxopeus

    Hallo Roxanne, je bericht klopt niet helemaal. Bijna alle Duitse lokomotieven hebben deze brandweer aansluitingen onder de kettel klepkasten zitten, alleen bij mijn zoek tocht naar het verloop van de persleidingen vond ik een foto van de 52 4876 en deze had dit niet. Hoe hebben we dit opgelost? Aan de perszijde van de injecteur zit nog een aftapkraan voor het leeg laten van de persleiding. Op deze aansluiting wordt een leiding gemonteerd die onder de voetenplaat uitkomt en hierop kunnen we de ketel vullen.

  • Erik & Helma Ficken

    Volg met veel belangstelling in de werkplaats en via jullie uitgebreide updates, de herbouw van deze indrukwekkende stoomlocomotief. Fantastisch, hoe de oudere generatie zijn vakkennis overdraagt aan onze jongere vrijwilligers ! Het enthousiasme is bij alle werkplaats-medewerkers ongelofelijk groot !
    Als de 52 532 straks weer door het Zuid-Limburgs landschap rijdt, is dat na 6 jaar, onvermoeibare en hoog-ambachtelijke inzet van dit SUPER-team !!!
    Heel veel succes gewenst !!!

    • Roxanne (Miljoenenlijn)

      Bedankt Erik & Helma! We gaan onvermoeibaar door 🙂 !

  • Nico Feij

    Deze opgedane ervaring en kennis mag niet verloren gaan. Een nieuwsgierige vraag is nu: wat wordt er gerestaureerd NA de 52.
    Een van de Zweedse locs of de kleine 88. Is daar al over nagedacht?

    • Roxanne (Miljoenenlijn)

      Hallo Nico, dat vinden wij ook en daarom delen we onze verslagen ook graag online 🙂
      Onze prioriteit ligt nu bij de 52 532 en het ‘in conditie’ houden van onze E2 1040.
      Zodra we aan een nieuw (revisie)project beginnen, brengen (en houden) we jullie natuurlijk op de hoogte via onze website en social mediakanalen!

  • Lars Koevoets

    hoi klopt het dat de br 52 0073 van de vsm voor de 52 532 komt? zo ja ik hoor er nog niks over.

    • G. Jaminon

      Heb de reactie van dhr. Koevoeten gelezen en wil even meedelen dat het hier niet gaat om de 520073 maar de 50 0073-2 dat is n.l een loc op oliestook, de enige loc bij de VSM die rijvaardig is via olie.

  • Robin Van Der Sluijs

    Mooie update wanneer komt de volgende update?

  • Kris De Raeymaecker

    Hebben jullie ook contact met CFV3V? In Mariëmbourg staat een 50 en een 52. Helaas sedert een 5-tal jaar niet meer rijvaardig.
    Succes verder met deze restauratie en ik kijk er naar uit om nog eens een 52 “echt” te zien rijden en mee te rijden uiteraard.

  • Richard Lemmens

    Heb met bewondering en verbazing gekeken naar naar jullie restauratiewerkzaamheden, hoe geweldig wat en hoe jullie dit doen. Heb hiermee voor het eerst ook een praktisch inkijkje gekregen in de stoomlocomotiefwereld, iets wat ik node gemist heb tijdens mijn studie werktuigbouwkunde in de uitsluitend theoretische lessen over stoom en stoomketels. Chapeau!

  • Rolf Dieter Haun

    Ein großes Lob an alle Mitarbeiter die akribisch ihren Job an der Restaurierung der Loks machen. Alle Achtung !

Reageer op dit bericht

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*

*

*

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.